Christoph joseph cremer

betekenis & definitie

Duitsch journalist en politikus, geb. 15 Juli 1840 te Bonn, studeerde aldaar in philosophie, philologie en geschiedenis, kwam in 1864 aan de redactie van het klerikale blad „Kölner Blätter“ (Kölnische Volkszeitung) en werd later hoofdredacteur van de „Kölnischen Handelszeitung“; in 1866 studeerde hij aan de hoogeschool in zijn geboorteplaats nog eenigen tijd in de medicijnen, ging in 1868 als correspondent van verschillende duitsche bladen naar Parijs, werd in 1870 redacteur der „Westfälische Merkur’’, in 1871 van het blad „Germania”, ging tijdens den Karlisten-opstand in 1874 naar Spanje, werd in 1875 in de pruisische Tweede kamer gekozen, sloot zich hierin bij de centrumfractie aan, nam te Berlijn ijverig deel aan de antisemitische agitatie der Fortschrittspartij, geraakte hierover echter met zijn eigen partij in conflict, verbrak daarop zijn gemeenschap daarmede, en bleef verder als tot geen partij behoorende zitting in het pruisische parlement houden ; hij overl. 5 Jan. 1898 te Schöneberg bij Berlijn; hij schreef: Aus dem Karlistenlaager (1875), Die polit, und sociale Bedeutung der vatikanischen Definition von unfehlbaren Lehramte des röm. Papstes (1876), Europa, Ruszland und die orient. Frage (1876), enz.