Gepubliceerd op 20-01-2021

Chondrilla

betekenis & definitie

L. Plantengeslacht van defam. der Compositen; verspreid over Europa en Azië; omwindselblaadjes, 8 tot 10 in getal, tot een rolrond geheel vereenigd aan hun voet door een krans van schubjes omgeven, bloembodem naakt, bloempjes 7—12, in twee kransen, alle lintvormig en tweeslachtig; vruchtjes rolrond; vruchtpluis wit, uit gewone haren bestaande; bloempjes geel.

In Nederland komt C. juncea, de knikbloem, hoewel vrij zeldzaam, op droog zandig bouwland en langs wegen voor (stengel vertakt en bebladerd, worstelstandige bladen in een roset; hoofdjes klein, alleenstaand of 2 a 3 bijeen, in aren of trossen; vruchtjes met 5 lancetvormige tanden; bloemkroon geel; een kruidachtige, overblijvende plant van 1 /4 tot 1 meter hoog, bloeitijd Juli—Aug.)

< >