Gepubliceerd op 20-01-2021

Butonius

betekenis & definitie

L. Plantengeslacht van de fam. der Alismaceeën, met een aantal over Europa en Azië verstrooide soorten; bloemen, tweeslachtig, regelmatig bloemdek 6-bladig, gekleurd; 9 meeldraden, hgynisch; 6 stampers, elk met een 1- h o kkigen eierstok en een korten stijl; vruchten droog, met talrijke over den geheelen binnenwand gezeten zaadkorrels.

In Nederland komt van dit geslacht voor B. umbellatus, de zwanebloem of waterlisch (kruidachtige, overblijvende moeras- of waterplant met kruipenden wortelstok, waaruit zeer lange, lijnvormige driekante bladen en een Butomus umbellatus; lange bloemstengel a_ bloem; b. vrucht, ontspringen, welke laatste aan den top een scherm van langgesteelde ronde bloemen draagt), deze soort wordt tot l3/4 meter lang en bloeit in JuniAug. aan kanten van slooten enz.

< >