Gepubliceerd op 20-01-2021

Bourgondië

betekenis & definitie

(fr. Bourgogne) Oude prov. van Frankrijk, tijdens het ancien régime een der 40 deelen waarin het koninkrijk verdeeld was; hoofdstad was Dijon; zelf' was het verdeeld in meerdere landschappen, als Auxois, Dijonnais, Chalonnais, Charolais, Maçonnais, Auxerrois, Autunois, het land van Montagne, Bugey, Valromey, het land van Dombes, van Gex, enz.

B. komt ongeveer overeen met de tegenwoordige departementen Ain, Aube, Côted’Or, Haute-Marne, Nièvre, Saône-et-Loire en Yonne. I)e naam is ontleend aan de Bourgondiërs, een germaansch volk, dat zich in de 5 *: eeuw in deze streken vestigde. In de geschiedenis komt som wijlen tegelijkertijd een hertogdom en een graafschap B. voor; het laatste is meer te beschouwen als een oneigenlijke benaming voor de naburige provincie Franche-Comté.De Bourgondiërs verschenen omstreeks 410 op den Rijn, en stichtten in genoemde streken een koninkrijk; in 430 werd hun door de Hunnen een zware nederlaag toegebracht; in 436 werden zij beoorloogd door de GalloRomeinen onder Aetius. De bevolking aanvaardde het arianisme. Tegen Clovis verloren zij in 500 den slag bij Dijon ; de zonen van genoemden vorst veroverden het land ; de eene der twee bourgondische koningen, Sigisnmnd, geraakte in 523 krijgsgevangen, de andere, Godcmar, broeder van Sigismund, sneuvelde in 524 ; B. werd daarop een provincie van het Frankische rijk, tot in de 9de eeuw dit rijk uiteenviel en een zwager van Karel den Kale, graaf Boso, van de algemeene verwarring gebruik makende, zich tot koning liet uitroepen ; daar de nieuwe koning de stad Arles tot zijn residentie koos, werd zijn rijk, dat allerlei namen droeg, ook wel Arelate geheeten (zie a'daar dl. I, pag. 572a); onder zijn zoon, Louis (Lodewijk) den Blinde, deed graaf Rudolf van Auxerre zich in het noordelijk deel van B. (transjuraansch B., omvattende Franche-Comté, Zwitserland en een deel van Savoie, hoofdstad Avenche) tot koning uitroepen; beide koninkrijken versmolten onder Rudolf II weer tot een enkel gebied, dat in 1033 bij het Duitsche rijk werd ingelijfd, behalve enkele graafschappen enz. Afgescheiden van de rijken Laag- of Cisjuraansch en Hoog- of Transjuraansch B., vormde zich in 887 het hertogdom B., dat later de eigenlijke provincie B. werd; de eerste hertog hiervan was Richard (843—921), graaf van Autun, zwager van Karel den Kale ; zijn zoon, Raoul, werd in 923 koning van Frankrijk, en schonk het hertogdom B. aan zijn zwager, Gislebert, zoon van Manassès de Vergy. Later liet koning Hendrik van Frankrijk, hertog Hendrik de Groote kinderloos gestorven zijnde, aanspraken op B. gelden, volbracht meerdere veldtochten in het land, en onderwierp het ten slotte.

In 1032 zag Hendrik I zich gedwongen B. aan zijn zoon (of broeder) Robert af te staan ; van deze linie stamt af de eerste linie der hertogen van Bourgondië van het geslacht Gapet, welke linie in 1361 met Philippe van Rouvres, hertog van B., overl. op 13-jarigen leeftijd, uitstierf. Philippe le Hardi, vierde zoon van koning Jean, kreeg alsnu het hertogdom B., en is de stamvader van de tweede bourgondische dynastie van hertogen, genaamd Huis van Valois, dat vier hertogen opleverde, (Philippe le Hardi, 1363, Jan zonder vrees, 1404, Filips de Goede, 1419, Karel de Stoute, 1467—77); Karel de Stoute liet slechts een dochter na, Maria; het hertogdom had alsnu aan de Fransche kroon moeten vervallen, doch Maria bracht door haar huwelijk nevens het overig gebied haars vaders (Brabant, Limburg, Luxemburg, Franche-Comté, Vlaanderen, Henegouwen, Namen, Artois, Holland, Zeeland, Antwerpen, Mechelen, 1) ook B., tezamen bekend als den Bourgondischen kreits, aan Maximiliaan van Oostenrijk ; Lodewijk XI bracht B. voorgoed aan de fransche kroon.

< >