Gepubliceerd op 20-01-2021

Boorzuur

betekenis & definitie

Acidum boricum, sal sedativum Hombergii, boraxzuur, als normaalzuur B(OH)3, als anhydride B2O3 (zie Boor), komt deels in den vrijen toestand, deels in den vorm van zouten, hoewel spaarzaam verbreid, in de natuur voor. In den vrijen toestand bevindt het zich in de dampuitstroomingen, welke op eenige plaatsen in Toscane uit natuurlijke of geboorde openingen in het gebroken kalkgebergte aldaar opstijgen; deze dampen worden in gemetselde ruimten opgevangen en doorloopen hierin een 2 meter hooge laag water, waaraan zij een deel van bun B. afgeven; men graaft daartoe de uitmondingen der kanalen waardoor de boorzuurhoudende dampen (fumarolen) ontwijken, tot een kuil (kunstmatige lagune) uit, en verhoogt de randen daarvan met metselwerk; de kuil wordt met water gevuld en met het grootst mogelijk aantal stralen van boorzuurhoudende waterdampen in verbinding gesteld; heeft het water zijn maximumgehalte aan B. bereikt (ongeveer t/2 perct.), dan laat men het afloopen om afgedampt te worden.

Het zuiver B. kristalliseert als saffoline (zie aldaar) tot zijdeglanzige, vettig aanvoelende kleine kristallen, die in kokend water licht, alsmede in 26 deelen koud water en in alcohol oplosbaar zijn. De alcoholische oplossing brandt met een fraaie groene vlam. De waterige oplossing kleurt lakmoesapier wijnrood; jegens kurkuma verhoudt et zich als een base, daar het deze kleurstof bruint. Het heeft eerst een iets zuren, dan frisschen bitterachtigen, eindelijk suikerachtigen smaak. In een platinakroes verhit blaart het gekristalliseerde B. eerst op, komt bij voortgezette verhitting in smelting, en geeft dan, na bekoeling, een hard, doorschijnend glas, dat echter in aanraking met de lucht eenigszins dof wordt. Het in den handel voorkomende B. is soms met zwavelzuur, ook wel met zwavelzure soda verontreinigd.

In het eerste geval trekt het eenigermate de vochtigheid uit de lucht aan; in de laatste ondervindt het een lichte verbloeiing. Zuiver B. moet in water volkomen en helder oplossen, en mag noch door bloedloogzout, noch door zwavelwaterstofgas eenige verandering ondergaan. Het B. wordt in de ververijen als bijtmiddel voor verschillende kleuren, ook als smeltmiddel, b.v. bij het soldeeren van bijouteriën, voorts in verscheidene tot verglaassels dienende mengsels, alsmede in de glasfabrieken gebruikt. Als geneesmiddel werd het vroeger als kalmeerend middel bij giften van 3 tot 15 grein toegediend, bij typhus, epileptie en manie; thans wordt het vooral bij het bereiden van desinfecteerende middelen (boorwater, boorzalf') gebruikt.Gelijk de onderzoekingen van Gay-Lussac het eerst aantoonden is het B. een verbinding van het metaal borium met zuurstof; Berzelius gaf aan, dat het in den watervrijen toestand op 100 deelen 31!896/lnooo deelen borium en 6881<w/ioooo deelen zuurstof bevat. Het schijnt reeds in 1675 aan Becher bekend geweest te zijn, hoewel men vrij algemeen vindt aangeteekend dat het in 1702 door Homberg (in borax) werd ontdekt, en dat deze het toevallig verkreeg, toen hij een mengsel van borax en ijzervitriool met water aan een overhaling onderwierp.

Het B. wordt behalve in den vrijen staat ook in enkele mineralen, als boraciet, tinkal, datholiet, azynix, apyriet, schorl, vooral in verbinding met soda, gevonden.

< >