(fr.) Bezigheid, omslag, drukte; in besogne zijn: het druk hebben, in zijn bezigheden ziin, zaken doen.
Geheim Besogne. (Geschied.) Een college of lichaam, dat tijdens het Gemeenebest belast was met de leiding der buitenlandsche betrekkingen, voornamelijk met die welke geheim moesten blijven of spoed vereischten; het college zelf kwam op ten tijde van prins Frederik Hendrik; den naam van Geheim Besogne kreeg het ten tijde van De Witt; het bestond uit negen leden, (n 1. een afgevaardigde voor elk gewest), den raadpensionaris van Holland en den griffier der Staten-Generaal