Gepubliceerd op 20-01-2021

Berner alpen

betekenis & definitie

Deze behooren tot de WestAlpen; zij beginnen bij den Gemmipas met een noordwaarts loopende keten, welks hoogste toppen de Balmhorn (3688 m.), de Blümlisalp (3670), de Eiger (3775) en de Wetterhorn (3708) zijn; deze keten bestaat geheel uit kalkgesteenten; tusschen hem en de Ilhöne breidt zich een breede graniet, gneis- en hoornblendeformatie uit, waartoe de hoogste toppen der noordelijke Alpen, als de Bietschhorn (3953 m.), de Aletschhorn (4182), deJungfrau (4166), de Mönch (4105), de wilde Schrerkhorn (4080), en de pyramide van den Finsteraarhorn (4275) belmoren. De grootste onder het 80-tal gletschers der B. zijn de Kandergletscher, de Aletsch- en de Vieschergletscher en de Aargletseher.

< >