Zuidelijk deel der Duitsche kolonie Kamerun, West-Afrika, tusschen de mondingen van de Njong en de Campo. Op een met dichte wouden bedekte 80 km. breede kuststreek, volgt een 200 meter hooger . gelegen 60 km. breed terras, evenzoo met wouden bedekt; daaraan sluit zich een 700 meter hoog plateau aan met bergtoppen van 1500 meter hoogte: het land daarachter is nog zoo goed als onbekend.
Groot-Bakanga, aan de monding der Lobe, is een middelpunt van den ivoorhandel.