engelsch staatsman en assyrioloog, geb. te Parijs 1817, overl. te Londen 1894. In 1839 vertrok hij naar het Oosten en maakte studie van de ruïnes van Ninivé, welke toen juist door Botta, voor rekening der fransche regeering, waren onderzocht.
Van den engelschen gezant te Konstantinopel, sir Stafford Redcliff erlangde hij de noodige gelden, om de overblijfselen der paleizen te Ninivé, bij het dorp Birs-Nimroed gelegen, bloot te leggen. In 1852 werd hij onder-staatssecretaris bij het ministerie van buitenlandsche zaken, was later (1868) eenigen tijd minister van openbare werken en van 1877—78 gezant te Konstantinopel. Zijn voornaamste werken zijn: Ninivé en zijn ruïnen (1849), Inschriften in spijkerschrift op de assyrische monumenten, ontdekt door A. H. L. (1851) Ontdekkingen gedaan in de bouwvallen can Ninivé en Babylon (1853).