romeinsch hekeldichter, geb. 34 na Chr. te Yolaterrae in Etrurië, overl. 62 na Chr. De overgebleven zes satiren, waarin hij een beeld geeft van het zedenbederf van zijn tijd in tegenstelling met het ideaal van den stoïcijnschen wijze en de oudromeinsche tucht, zijn vol zedelijken ernst, doch verraden jeugdige onrijpheid en lijden aan duisterheid.
Ze zijn in tal van handschriften bewaard en herhaaldelijk uitgegeven.