August I Keurvorst van Saksen, geb. 31 Juli 1526 te Freiburg, waar zijn vader, Heinrich de Vrome, hof hield; in 1548 huwde hij met Anna, dochter van Christiaan van Denemarken; in 1553 kwam hij bij den dood zijns broeders, Maurits, aan de regeering; in 1577 bracht hij de Concordeformule tot stand ; toen in 1585 zijn gemalin stierf huwde hij met Hedwig, de 13-jarige dochter van vorst Joachim van Anhalt; hij stierf 12 Febr. 1586 te Dresden, en werd opgevolgd door zijn zoon Christiaan I.
August II. (Friedrich August I). Keurvorst van Saksen (1694—1733), en sinds 1697 tevens koning van Polen; hij werd geb. 12 Mei 1670 te Dresden, kreeg een zorgvuldige opvoeding, en oefende zich vooral in allerlei ridderspelen, waardoor hij zich den bijnaam van den Sterke verwierf; in 1693 huwde hij met Christino Eberhardine van Brandenburg-Kulmbach, en verkreeg 27 April 1694 bij den dood zijns broeders George IV de keurvorstelijke waardigheid, nam het opperbevel over de Oostenrijksch-saksische troepen tegen de Turken in Hongarije over dat hij na den slag bij Olasch, 27 Aug. 1696 weer neerlegde, vervuld van plannen om den door den dood van Johan Sobieski opengevallen troon van Polen te bemachtigen, waartoe hij ook tot het katholicisme overging (2 Juni 1697), waarbij hij zijne Saksische onderdanen toezegging deed het protestantisme geen moeilijkheden in den weg te zullen leggen; 27 Juni werd hij door den poolschen rijksdag tot koning gekozen; toen een der partijen zich ten gunste van een anderen kandidaat, prins Conti, uitsprak, rukte hij met 10.000 Saksers Polen binnen, waarop men zich spoedig bij zijn verkiezing neerlegde ; 15 Sept. werd hij te Krakau gekroond. Saksen ondervond spoedig allerlei nadeelen van het nieuwe bewind van zijn keurvorst; deze had Polen toegezegd de vroeger aan Zweden afgestane provinciën weer aan Polen te brengen; de uit deze belofte voortspruitende oorlog moest bijna geheel met Saksisch geld en Saksische troepen gevoerd worden, daar de Poolsche grooten zich niet tot dien oorlog genegen verklaarden. Nadat Karel XII van Zweden de Saksische troepen 19 Juli 1702 bij Klissow en 1 Mei 1703 bij Pultusk had verslagen, verklaarde de Poolsche rijksdag A. van den troon vervallen (14 Febr. 1704) en koos onder zweedschen invloed Stanislaus Leszczynski (12 Juli 1704); doch eerst een nieuwe overwinning van Karel XII over het Saksische leger onder veldmaarschalk Schulenburg, bij Fraustadt, 13 Febr. 1706, noopte A. tot den vrede van Altranstädt, waarbij hij afstand deed van den Poolschen troon. In 1708 nam hij onder prins Eugenius deel aan den veldtocht tegen de Franschen. Op de tijding van de nederlaag van Karel XII bij Puitawa verklaarde hij 8 Aug. 1709 het verdrag van Altranstädt ongeldig, nam op nieuw bezit van den Poolschen troon en sloot een nieuw verbond met Czaar Peter tegen Zweden, totdat de dood van Karel XII bij Friedrichshall (1718) den krijg een beslissende wending gaf, waarvan een wapenstilstand het gevolg was, die echter eerst in 1732 door den vrede werd vervangen, waarbij A. als koning van Polen werd erkend, zonder toestemming echter van het Poolsche volk, dat hij nu met prachtvertoon zocht te winnen, waarvoor Saksen opnieuw zware offers had te brengen, terwijl A. doorging met aan schoone vrouwen, natuurlijke kinderen en gunstelingen ongehoorde sommen gelds te verspillen, waarvan reeds eenmaal een algemeene hongersnood het gevolg was geweest, hoewel de uitvinding van een methode om porcelein te vervaardigen door Böttger, Saksen een nieuwe en winstgevende industrie had geopend; hij begunstigde de kunsten slechts in zooverre zij dienstbaar konden worden gemaakt aan zijn prachtlievendheid.
In de onder zijn regeering ingevoerde verbeteringen (wegen, postdienst, rechtspleging) had hij persoonlijk weinig aandeel. Hij stierf 1 Febr. 1733 te Warschau, waar drie jaren later te zijner eere een ruiterstandbeeld werd opgericht. Zijn gemalin, die luthersch was gebleven en gescheiden van hem had geleefd, was reeds 5 Sept. 1727 overleden; zij liet hem een zoon na, die hem als August III opvolgde. Bij gravin Königsmark had hij een zoon, graaf Maurits van Saksen, bij gravin Cosel graaf Rutowski.
August III (Friedrich August II) Keurvorst van Saksen, 1733—63, en kóning van Polen, zoon des vorigen, geb. 7 (17) Öct. 1696 en door zijn moeder in de lutli. leer opgevoed. 27 Nov. 1712 ging hij te Bologna tot het katholicisme over, hetgeen eerst in 1717 in Saksen openlijk bekend werd gemaakt. 1733 volgde hij zijn vader als keurvorst op, en 5 Oct. ook als koning van Polen, hoewel Lodewijk XV van Frankrijk Stanislaus Leszczynski, weder op den troon van dat land zocht te brengen, gesteund door een deel van het poolsche volk; eerst in 1736 werd hij algemeen erkend. Zijns vaders zeldzame gaven missende, overtrof hij deze nog in prachtlievendheid, vooral ook in kunstzin, waaraan Dresden beroemde verzamelingen dankt. De regeering liet hij bijna geheel over aan zijn eersten minister en gunsteling, graaf von Brühl. Hij gaf aan Dresden de voorkeur boven Warschau, zoodat Polen toenmaals geen hofhouding en bijna geen bestuur had. In 1741 verbond A. zich met Frankrijk, Spanje en Beieren tegen Maria Theresia. Verontrust door het krijgsgeluk van Frederik den Groote sloot hij echter 20 Dec. 1742 een verbond met Maria Theresia en verplichtte zich bij geheim traktaat van Leipzig, 18 Mei 1745, 30.000 man hulptroepen te leveren.
Deze troepen rukten Silezië binnen, vereenigden zich met het Oostenr. leger, doch leden 4 Juni 1745 bij Hohenfriedberg een volkomen nederlaag; de Pruisen bezetten alsnu geheel Saksen, doch gaven A. bij den vrede van Dresden, 25 Dec. 1745, zijn land terug. Reeds in 1756 zag A. zich krachtens zijn geheime verbinding met Oostenrijk en Rusland opnieuw in een oorlog met Pruisen gewikkeld; zijn aanbod van neutraliteit werd door Frederik II afgewezen; zijn legermacht, 17000 man sterk, moest zich 16 Oct. 1756 bij Pirna aan de Pruisen overgeven. A. ging toen met voii Brühl naar Warschau en keerde eerst na den Hubertusburgschen vrede naar Dresden terug, waar hij 5 Oct. 1763 overleed. Zijn zoon, Friedrich Christian volgde hem op als keurvorst van Saksen, Stanislaus Poniatowski als koning van Polen.