Gepubliceerd op 23-02-2021

August mahn

betekenis & definitie

een vooral op romaansch gebied uitmuntend taalvorscher, geb. 9 Sept. 1802 te Zellerfeld, was sedert 1828 als leeraar in de vreemde talen te Berlijn werkzaam en overl. 27 Jan. 1887 vte Streglitz. Van zijn werken dienen, behalve leerboeken der franscho, engelsche, ifaliaansche, latijnsche en grietksche taal, genoemd te worden: Die Werke der Troubadours (4 dln., 1846—82), Die Biographien der Troubadours in provenzalischer Sprache (2de dr., Berlijn 1878), Etymologische Untersuchungen auf dem Gebiet der romanischen Sprachen (24 st., ald. 1854—76), Denkmäler der baskischen Sprache (ald. 1857), Lautlehre der altprovenzalischen Sprache (Köthen 1885), enz.

Ook bezorgde hij voor den nieuwen druk van het engelsche woordenboek van Webster (Londen 1864) de nieuwe bewerking der etymologie.

< >