duitsch schrijver, geb. 4 Nov. 1753 te Bautzen, werd 1785 hoogl. in de klassieke letterkunde te Praag, welk ambt hij in 1805 verwisselde met dat van consistoriaal-raad en directeur van het hooger onderwijs te Fulda, waar hij in 1807 overl. Meest bekende werken: Skizzen, een verzameling van allerlei letterkundige opstellen, waarvan 14 verzamelingen (Leipz. 1778—96) zijn verschenen.
Zijn historische romans: Alcibiades (4 dln., Leipz. 1781—88), Bianca Gapello (2 dln., Leipz. 1785 en meerm.) en Epaminondas (2 dln., Praag 1798—1801) zijn zeer onderhoudend geschreven. Zijn Leben des Julius Cäsar (2 dln., Berl. 1799—1800; voltooid door Haken, 2 dln., Frankf. 1811—12), is met zorg bewerkt.