nederl.-fransch schilder, een der hoofden van de romantische school, geb. te Dordrecht in 1795, ontving zijn eerste onderricht te Amsterdam en begaf zich toen naar Parijs, waar hij leerling werd van P. Guérin.
Zijn: Het bezoek der engelen bij Abraham werd te Antwerpen bekroond. De prefectuur der Seine droeg hem daarna de vervaardiging op van een schilderij, voorstellende den H. Lodewijk, door de pest getroffen. Tot het tijdperk van 1824—31 behooren: De prediking van St. Thomas van Aquino, De afgebrande hoeve, enz. Hij schilderde levensgroote portretten te paard van koning Hendrik IV en van Lodewijk Philips, benevens het portret van Talleyrand, en de hoofdfiguren uit de tragedie van Goethe, Faust en Gretchen. Voorts moeten vermeld: De kruisdragende Christus; Maria Magdalena aan den voet van het kruis; De vrouwen in het graf van Christus; en vooral Eberhard der Greiner (le Larmoyeur) in het museum Boymans te Rotterdam, De verzoeking van Christus in de woestijn. Tot zijn laatste werken behooren: Gretchen bij1 de bron, en Faust met den giftbeker. Hij overl. te Argenteuil in 1858. In 1862 werd te Dordrecht een bronzen standbeeld voor hem opgericht. Dordrecht’s museum bezit onder den naam ,,Museum Ary Scheffer” zijn geheele kunstnalatenschap, aan die vereeniging door zijn dochter, wed. Marjolin-Scheffer, vermaakt.Zijn broeder, Henri S., 1798—1862, schilderde verscheidene historiestukken en ook portretten.