Gepubliceerd op 23-02-2021

Arnold houbraken

betekenis & definitie

nederlandsch schilder en teekenaar, geb. 28 Maart 1660 te Dordrecht, overl. 14 Oct. 1719 te Amsterdam, was eerst te Dordrecht, later te Amsterdam als historieschilder werkzaam. Door den nood gedrongen, maakte hij vele teekeningen voor boekverkoopers, onder welke zijn bekende bijbelplaten.

In 1713 ging hij naar Londen om portretten te teekenen voor een uit te geven werk, en schilderde vervolgens aldaar onderscheidene kleinere schilderijen. H. is vooral bekend door zijn Groote Schouburgh der Nederlantsche konstschilders en schilderessen, waarvan het 3de deel na zijn dood door zijn zoon werd uitgegeven. Als schilder bezat H. groote verdiensten; zijn teekening en compositie waren goed, maar zijn koloriet overdreven. Van bouw- en doorzichtkunde en van het kostuum had hij veel kennis. Velen hebben naar hem gegraveerd, zelf heeft hij slechts enkele geëtste prenten gemaakt.Zijn zoon, Jacob H., graveur, 25 Dec. 1698 te Dordrecht geb., 14 Nov. 1780 te Amsterdam overl., wijdde zich vooral aan het portret. Hij graveerde de portretten voor het 3de deel van de Groote Schouburgh enz. zijns vaders, voorts die in het werk van Th. Birch, The Heads of illustrious persons of Great-Britain, alsmede de portretten der stadhouders uit het huis van Oranje, de voornaamste in Wagenaar’s Vaderlandsche Historie en vele andere. Bovendien graveerde hij een aantal historische voorstellingen en genrestukken.

< >