Gepubliceerd op 19-01-2021

Arnica

betekenis & definitie

Rupp. Plantengeslacht van de fam. der Compositen, met slechts 10 soorten, die voornamelijk in de bergstreken van het noordelijk halfrond inheemsch zijn, doch tot in de arctische zone voorkomen.

De meestbekende soort is de ook in Nederland vrij algemeen voorkomende wolverlei, Arnica montana L., ook bekend als heiligvrouwenkruid, woudkruid, valkruid; de plant schiet uit haren wortel verscheidene breede omgekeerd eironde bladen, uit wier midden zich een meestal eenvoudige stengel van omstreeks ⅓ tot ½ M. hoogte verheft, die kleine, tegenovergestelde, langwerpige tot lancetvormige bladen draagt, die effen van rand en op de bovenste oppervlakte harig en donkergroen, van onderen lichter gekleurd en geaderd zijn; de stengel is rechtstandig en draagt aan den top meest slechts een, soms twee of drie bloemen; deze bloemen zijn geel, straalvormig, met drie inkervingen; de kelkschubjes zijn korter dan de bloemkelk; niet borstelig en purperkleurig aan de punt; zij hebben een scherpen smaak en een sterken, aangenamen geur; de wortel is dun, breidt zich ver uit, is gedraaid en aan de zijde in de lengte voorzien van vezelen; de oppervlakte is ruw, roodachtig van kleur; inwendig is hij vuilwit; hij heeft een scherpen, prikkelenden reuk en een flauw bitteren, specerijachtigen smaak. Zoowel de bladeren en de bloemen als de wortel dezer plant zijn officineel en leveren een braakmiddel, nieskruid, enz.

< >