Gepubliceerd op 20-01-2021

Arie nicolaas bouwman

betekenis & definitie

Nederlandsch muzikus, geb. te Delft, 18 Jan. 1854, werd opgeleid aan de kon. muziekschool te Den Haag, was van 1871—78 als violist verbonden aan het stedelijk orkest van Utrecht, werd toen kapelmeester bij den staf van het 5de regiment infanterie te Bergen op Zoom, behaalde met dit korps 3 October 1887 op den internationalen wedstrijd van militaire muziekkorpsen te Mechelen den eersten prijs (gouden medaille en 1000 francs), richtte te Bergen op Zoom een gemengd zangkoor op, gaf hiermede verschillende concerten, en werd in Jan. 1897 op voorstel cenor commissie benoemd tot directeur der kon. militaire kapel van het regiment grenadiers en jagers te Den Haag. Hij componeerde enkele ouvertures voor orkest, meerdere solo werken voor (luit, hobo, viool en violoncel, liederen, mannen- en vrouwenkoren, en een oratorium: De Watergeuzen.

< >