Fr, reiziger, geb. 1810 te Dublin, werd in Frankrijk opgevoed, bereisde eerst Brazilië en vervolgens, met zijn broeder Arnauld (geb. 1815) Abyssinië; zij hadden hier met allerlei moeilijkheden te kampen en werden ook in verschillende politieke avonturen gewikkeld. In 1848 xeerden zij naar Frankrijk terug met een schat van wetenschappelijke bijzonderheden, een groot aantal oud-Aethiopische manuscripten, woordenboeken van in Abyssinië gesproken talen, enz.
Arnauld schreef over deze reis het werk: Douze ans dans la Haute-Elhiopie (Parijs 1868). Antoine, van 1867 af lid der Fransche Academie, gaf o. a. in het licht: Gatalogue raisonné des manuscripts éthiopiens (Par. 1859), Geodesie d’Ethiopië (1860—73), Observations relatives a la physique du globe faites au Brésil et en Ethiopië (1873), Dictiomiaire de la langue Amarinna (1881), Gêographie de VEthiopië: ce que fai entendu (een bonte verzameling mededeelingen, opgeschreven uit den mond der inboorlingen, berichten van andere reizigers enz., onvoltooid, 1 dl. 1890). Hij overl. 19 Maart 1897 op zijn landgoed Abbadia in de Pyreneeën. Zijn vermogen met inbegrip van zijn particuliere sterrenwacht (op genoemd landgoed) vermaakte hij aan de Fransche Academie.