(graaf) fransch generaal, geb. te Metz 1775, overl. te Wagram 1809, maakte als officier der cavalerie de eerste veldtochten der Republiek in Italië en dien in Egypte mede, waar hij bij Ramadieh Davout het leven redde. In 1805 werd hij tot generaal benoemd en streed tegen de Pruisen, op wie hij verschillende overwinningen behaalde o. a. bij Prenzlow, waar hij Hohenlohe noodzaakte zich met 16.000 man over te geven.
In 1808 redde L. het bij Medellin in ’t nauw gebrachte fransche leger door een carré van 6000 man te verbreken; het volgende jaar onderscheidde hij zich bij Aspern en Wagram, waar hij bij een charge een kogel in het voorhoofd kreeg. Hij werd begraven te Weenen, doch in 1891 werd zijn stoffelijk overschot bijgezet in het Hôtel des Invalides te Parijs.