Gepubliceerd op 19-01-2021

Anamorphose

betekenis & definitie

(gr.) Gedaanteverandering, misvormde voorstelling, schijnbeeld, vormverandering. In engeren zin: een volgens optische wetten onevenredig geteekend beeld, dat van een zeker standpunt uit of met behulp van zekere instrumenten (cylindrische of kogelvormige spiegels) waargenomen, zich in de normale vormen voordoet.

Wanneer eene anamorphose zoodanig is saamgesteld, dat zij zonder instrument van een zeker standpunt uit waargenomen een goed beeld opleveren, dan noemt men dit een optische anamorphose. Een voorwerp, voor een cylindrischen spiegel gehouden, vertoont zich smal en langwerpig ; (zie illustr. B.) is het eyhter zooveel maal verbreed geteekend als de cyÜspiegel het versmalt, dan moet het beeld zich normaal voordoen ; desgelijks met kogelronde, kegelvormige en andere spiegels ; deze A. heeten catoptrische anamorphosen; Leopold vond in 1714 een voor dergelijke teekeningen geëigend instrument. Anamorphosen, welke door een glaspolyeder gezien normale beelden geven, heeten dioptrische anamorphosen.

< >