geb. te Exaarde, 9 Sept. 1840; stud, aan de StaatsHoogeschool van Gent en aan de Vrije Hoogeschool te Brussel; doctor in genees-, heelen verloskunde; arts in R leger; woont te Gent. Een Vlaamsche jongen (2de dr.); De critiek en „Een Vlaamsche jongenLangs ruwe paden; Nog over critiek; In de natuur; Prijskamp en Academie; Het verraad-Van Hoorde (Twee deeltjes); Keerzijde van Van Beers’ „Rijzende blaren” (Twee deeltjes); Over veel-schrijven (in de Verslagen der VI. Academie); Kunstcredo (2de dr.); Een officier geworgd; Idealen; Aanklachten bij de Kamer (Vier deeltjes); [i]Volkenmoord.
[/i]
Wealdenformatie
eng., brak- en zoetwatervorming tusschen jura en krijt; men onderscheidt nog een onderste W. (Purbeck) en een bovenste W. (in z.o. Engeland, het n. van Frankrijk, n.w. Dui.tschland). _