Naam van de hoofdfiguur van verschillende middeleeuwsche ridderromans; de voornaamste daaronder is Amadis van Gallië, bijgenaamd de Leeuwridder, naar het devies op zijn wapenschild, en ook Beltenobros of de Duisterschoone geheeten; hij was een zoon van Perion, koning van Frankrijk, en Elisena, dochter van koning Gavinter van Bretagne. De roman, welke de heldendaden van Amadis van Gallië (Amadis de Gaula) verhaalt, is een der oudste en de beste van dit genre.
Het is nog niet ten volle uitgemaakt of deze roman van Portugeeschen, van Spaanschen of van Franschen oorsprong is. Volgens Clemencin, die een kommentaar gaf op de Don Quichotte van Cervantes, moet deze roman in de portugeesche taal geschreven zijn tusschen 1342 en 1362, door den ridder Vasco de Lobeira, woonachtig te Oporto en overl. in 1403; het handschrift zou eerst in bezit zijn geweest van den Infant Alfonso van Portugal,zoon van Johannes I, grondlegger van het Huis van Braganza; voorts zou de hertog van Aveiro het onder zijn berusting hebben gehad, terwijl het tijdens de groote aardbeving van Lissabon in 1755 verloren zou zijn gegaan. De serie Amadis-romans, bestaande uit 14 boeken, vangt aan met de avonturen van Amadis de Gaula, welke 4 boeken beslaan, terwijl de overige daaruit voortvloeien. De vier hoeken van de Amadis is alles wat (door een gedeeltelijke vertaling in het Spaansch, door Garcia Ordonez de Montalvo) van het beroemde werk overgebleven is. De vertaler en anderen leverden voorts een reeks vervolgen, als: Las Sergas de Esplandian, Hijo de Amadis de Gaula (heldendaden van Esplandian, zoon van Amadis van Gallië), welk vervolg 1 boek beslaat en geschreven werd tusschen 1492 en 1505; de overige 9 vervolgboeken bevatten: Reizen en Avonturen van Florisando door Paez de Riberta; idem van Lisuarte van Griekenland en van Perion van Gallië door Juan Diaz; idem van Amadis van Griekenland, van Floris l van Nicea, en van Anaxarte door Feliciano de Silva; idem van Rogel van Griekenland en van Silves de la Selva door denzelfde; idem van Sepolemo en van Leandro den Schoone door Pedro de Lujan; idem van Penelva door een ongenoemd Portugees.