Wagl. Reptielengeslacht van de Orde der Vorschen, Batrachii1 en van de Familie der Kikvorschen, Ranaeformes; de vingers der achterpooten worden begrensd door een zwemvlies ; geen uitwendig zichtbaar trommelvlies; de typische soort is Alytes obstetricans, die zeer tot de padden nadert en in Frankrijk, zuidelijk België, Zwitserland en Duitschland wordt gevonden; deze soort is merkwaardig om hare wijze van voortplanting; beide sexen, mannetje en wijfje verlaten het water; het mannetje plaatst zich, naar de wijze der andere Ranaeformen, op den rug van het wijfje, haar met zijn voorpooten, waaraan zich tegen den teeltijd kleine knobbeltjes vormen, omklemd houdende; door deze omklemming (die dikwijls zoo krachtig is dat de gemelde knobbeltjes door de huid van het wijfje dringen) wordt het wijfje geholpen in het zich ontlasten van de eieren, die achtereenvolgens uit de cloaca treden, en onderling door een geleiachtige massa als tot een lang snoer zijn verbonden; het mannetje slingert dit eierensnoer in S-vormige rijen rondom een zijner achterpooten, de bevruchting heeft plaats en het mannetje begeeft zich ermee te water na beëindiging van de sexueele gemeenschap, die vele dagen duurt, gedurende welke de ontwikkeling der jongen in de eieren reeds tamelijk is gevorderd.
In het water zwellen alsdan de eieren op en krijgen een aanmerkelijk grooteren om vang. Het stemgeluid dezer soort is zeer helder, en niet onaangenaam. Zie ook Pipa.