Gepubliceerd op 19-01-2021

Alfonso vi (galicië)

betekenis & definitie

koning van Gallicië, van Asturië, van Leon en van Castilië, van 1065 tot 1109: hij was de zoon van Ferdinand I; door zijn broeder Sancho II onttroond, zocht hij toevlucht bij de Mooren, in Toledo, verbleef aldaar tot aan den dood van den overweldiger, 1072, beklom toen opnieuw den troon en hereenigde het geheele grondgebied zijns vaders onder zijn bestuur. Door den Cid (zie aldaar) geholpen maakte hij zich na een beleg van zeven jaren van Toledo meester, en vestigde er zijn residentie.

De koning van Sevilla, Mohamed, riep de hulp in van de dynastie der Almoraviden van Afrika, waarop de koning van Aragon, Sancho Ramirez, en de graaf van Barcelona zich met Alfonso tegen den algemeenen vijand verbonden; Alfonso was echter in den weldra uitbrekenden oorlog weinig gelukkig; vele der vroeger door hem veroverde gewesten werden door den vijand hernomen. Yalencia viel in hunne handen, 1092, vele bondgenooten verlieten hem. Niettemin bleef hij tot aan zijn dood, 1109, met de Mooren op voet van vijandschap; 1102 sneuvelde zijn zoon, don Sancho, in den slag bij Uclez. Alfonso YI stierf in 1109; zijne dochter CJrraca vereenigde door haar huwelijk met Alfonso YII van Aragon en Navarre het geheele christenrijk in Spanje voor een korten tijd onder eenzelfden schepten; spoedig echter ontnam Urraca aan haren man het rijk haars vaders.

< >