1. zoon van Endymion, koning van Elis, en van Neïs of Hyperippe, dochter van Arcas; toen de broeder van zijn moeders vader overleed, besteeg Aetolus den troon van Elis; hij werd evenwel verdreven door de zonen van den door hem gedooden Apis; hij vluchtte naar het land der Cureten en gaf daaraan den naam van Aetolië.
2. benaming der driehoekige voorgevels der oude Grieksche tempels.