nederl. kerkgeschiedkundige, 1838—86, predikant bij de Doopsgezinde gemeente, het laatst te Leiden; schreef: De Dialogus miraculorum van C. van Heisterbach, bijdrage tot de kennis van het godsdienstig leven in Nederland in den aanvang der 13de eeuw (Amst. 1872), Gesta abbatum Orti S. Marie. Gedenkschriften van de abdij Mariengaarde (Leeuw. 1879), De abdij Bloemhof te Wiitewierum in de 13e eeuw (Amst. 1883), Over het kerkelijk drama in de middeleeuwen (in den „Kalender voor Protestanten in Nederland”, jaarg. 1861), monographische opstellen in „Het Tooneel”, „Los en Vast”, „Studiën en Bijdragen” (van Moll en de Hoop Seheffer), „Archief voor Nederl.
Kerkgeschiedenis” (van Acquoy, Rogge en W.), „Navorscher” enz.
