duitsch geneeskundige, geb. 1775 te Würzburg, aldaar in 1799 hoogleeraar in de geneeskunde en 1816 naar Berlijn beroepen, waar hij de academische verloskundige kliniek stichtte en in 1828 stierf. Hij zocht op de verloskunde de grondstellingen der physiologisch-medische wetenschap toe te passen.
Hoofdwerken: Handbuch zur Erkenntniss und Heilung der Frauenzimmerkrankheiten (2 dln., 1811, een klassiek wTerk), Lehrbuch der theoretischen und praktischen Entbindungskunde (1810, 4de uitg. 1824) en Lehrbuch der Geburtshilfe (5de uitg. 1831).Zijn zoon, Eduard Kaspar Jakob S., 1801 61, hoogl. in de verloskunde te Marburg en te Göttingen, schreef: Geschichte der Geburtshilfe (2 dln. 1839—45), Lehrbuch der Geburtshilfe (2de dr. 1854), Zur Lehre der künstlichen Frühgeburt (1842).
