de apostel van Pruisen; zijn eigenlijke naam was Wojtech; hij werd omstreeks 955 geboren, en was de zoon van vorst Slawnik; hij ontving ©enigen tijd onderwijs aan een kloosterschool te Maagdenburg, onder leiding van bisschop Adalbert, hetgeen zijn keuze bij zijn naamsverandering verklaart; in 983 werd hij tot bisschop van Praag gekozen en gewijd; wijl zijn ijver den Bohemers onaangenaam was en zij hiervan duidelijk blijk gaven, verliet Adalbert Praag (989) en betrad het Alexiusklooster te Rome. Op verlangen der Bohemers en van zijn aartsbisschop keerde hij in 993 naar Praag terug; weder naar Rome teruggekeerd zijnde, geraakte hjj aldaar in kennis met Otto III, waarvan een innige vriendschap het gevolg was.
Toen hij in 996 andermaal naar Bohemen wilde terugkeeren, vernam hij onderweg, dat zijn geheele familie door zijn vijanden was uitgeroeid. Toen ging hij naar het heidensche Pruisen, om er het evangelie te verkondigen. In het voorjaar van 997 bereikte hij met twee volgelingen, Gaudentius en Benedictus, dat land en begon zijn arbeid; hij zag echter weinig vruchten en werd reeds 23 April 997 door een heidensch priester om het leven gebracht, niet ver van het dorp Tenkitten. Zijn stoffelijk overschot werd door hertog Boleslaw opgeëischt; in 1034 werd het naar Praag overgebracht, waar men in 1880 in een groeve op het Domplein zijn gebeente terugvond, vanwaar het in de Domkerk werd bijgezet. Adalbert wordt als heilige vereerd.
