L., fam. Papilionaceae, oorspronkelijk uit Gelukkig-Arabië, Egypte, enz., heester met taaie, slingerende, platachtige takken, die zich om andere gewassen zoeken te vlechten of in elkander groeien; zij dragen gevinde blaadjes, die als thee afgetrokken een verzachtenden drank voor keel en borst opleveren.
De erwtjes, weegboontjes, paternostererwten, zijn kogelrond, helder rood met zwarte navelvlek en zeer hard; zij worden gebruikt als koralen ter versiersel. De erwten bevatten een zwaar vergif, Abrine. De wortels, Indisch zoethout, hebben een zoeten smaak.