WINTERSCHOEN, m. (-en), schoenen die men ’s winters draagt;
...SCHOOL, v. (...scholen), school waarop gedurende de wintermaanden onderwijs gegeven wordt, inz. in landbouwonderwijs;
...SEIZOEN, o.;
...SLAAP, m. slaap, toestand van verdooving (van sommige dieren) gedurende den winter : de natuur in haar winterslaap, in haar toestand van rust ’s winters;
...SLAPER, m. (-s), dier dat gedurende den winter slaapt;
...SNEEUW, v.;
...SPELT, v.;
...SPINAZIE, v. wintergewassen;
...SPORT, v. sport die alleen ’s winters kan beoefend worden;
...STOF, v. (-fen), dichte, stevige stof voor winterkleederen;
...STUK, o. (-ken), (schild.) afbeelding van een landschap in den winter;
...TAFEREEL, o. (-en);
...TALING, v. (-en), in den winter hier veelvuldig voorkomende eendensoort (anas crecca), 32 cM. lang;
...TARWE, v. een wintergewas;
...TEEKENS, o. mv. teekens waarin zich de zon gedurende den winter schijnt te bewegen; zij zijn; de Steenbok, de Waterman en de Visschen;
...TERING, v. wintervoorraad: hij wist er eene wintertering uit te halen, een aardig sommetje aan te verdienen;
...TIJD, m. (-en);
...TREK, m. die vogels zijn op den wintertrek hier, gedurende den winter vertoeven die trekvogels hier;
...TUIN, m. (-en), kunstmatige, binnenshuis aangelegde tuin voor den winter.