VOORTSCHIETEN - verder schieten (op iets); verder vorderen; nog een ruk en het zal wel voortschieten, vooruitkomen;
— (w. g.) (fig.) het werk schiet goed voort, komt goed vooruit; wel groeien, welig opschieten;
...SCHIKKEN, verder schikken, regelen;
...SCHILDEREN, verder schilderen;
...SCHILLEN, verder, sneller schillen;
...SCHOFFELEN, verder, sneller schoffelen;
...SCHOPPEN, verder schoppen; (fig.) bevorderen: iem. voortschoppen;
...SCHRAPEN, verder, sneller schrapen;
...SCHRAPPEN;
...SCHREEUWEN, aanhouden met schreeuwen;
...SCHREIEN, verder schreien;
...SCHRIJDEN, voortmarcheeren;
...SCHRIJVEN, verder, sneller schrijven;
...SCHROBBEN;
...SCHUIEREN;
...SCHUIVEN;
...SCHUREN;
...SJOUWEN, voortgaan met sjouwen.