VOGELFLUITJE - o. (-s), fluitje om het gezang der vogels na te bootsen, inz. om ze daardoor te lokken;
...GEKWEEL, o.;
...GEZANG, o.;
...GIERST, v. (plantk.) Duitsche vogelgierst, panikkoren;
...GLAS, o. (...zen), drinkglas voor vogels;
...GRAS, o. eene grassoort tot de groep panikgrassen van de familie der grassen behoorende, ook wel egelgras, hanepoot, franiegras; wild panikkoorn en wild gras geheeten;
...HANDELAAR, m. (-s).