Vogelfluitje
o. (-s), fluitje om het gezang der vogels na te bootsen, inz. om ze daardoor te lokken.
Van Dale Uitgevers (1950)
o. (-s), fluitje om het gezang der vogels na te bootsen, inz. om ze daardoor te lokken.
Getty Research Institute (1990)
vogelfluitje - Fluitjes of andere instrumenten waarmee de zang van vogels kan worden nagebootst, om ze aan te trekken of te lokken.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Jozef Verschueren (1930)
('vo:gəl) o. (–s) fluitje om het gezang der vogels na te bootsen : met een – vogels lokken.
J.H. van Dale (1898)
VOGELFLUITJE - o. (-s), fluitje om het gezang der vogels na te bootsen, inz. om ze daardoor te lokken; ...GEKWEEL, o.; ...GEZANG, o.; ...GIERST, v. (plantk.) Duitsche vogelgierst, panikkoren; ...GLAS, o. (...zen), drinkglas voor vogels; ...GRAS, o. eene grassoort tot de groep panikgrassen van de familie der grassen behoorende, ook wel egelgras,...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: