VERSCHRIKKELIJK - bn. bw. (-er, -st), schrik, afschuw inboezemende : een verschrikkelijke moord ; er verschrikkelijk uitzien; wie goed leeft, vindt het sterven niet verschrikkelijk;
— buitengemeen, in hooge mate : het is verschrikkelijk warm; een verschrikkelijk leven maken ; dat meisje is verschrikkelijk leelijk.
VERSCHRIKKELIJKHEID, v. (...heden).