Oogvlies o. (...vliezen), een der vliezen die men aan den oogbol waarneemt;
...VOELER, m. (-s), voeler voor aan den kop van slakken waarop het oog geplaatst is;
...WATER, o. (-s),
...WATERTJE, o. (-s), een geneeskrachtig water om een of ander ongemak aan de oogen te genezen;
...WENK, m. (-en), een wenk der oogen, een snelle blik: iem. een oogwenk geven, hem een blik van verstandhouding toewerpen;
— (fig.) de tijd noodig voor een oogwenk, een oogenblik: het duurde slechts een oogwenk; in een oogwenk was hij terug;
...WIMPER, v. (-s), ooghaar, wimper;
...WIT, o. het wit van den oogbol;
— doel, bedoeling;
...ZALF, v. (...zalven), eene zalf die dient om eene oogziekte te genezen;
...ZEER, o. (Zuidn.) een ongemak aan het oog;
...ZENUW, v. (-en), gezichtszenuw;
...ZIEKE, m. en v. (-n), ooglijder;
...ZIEKTE, v. (-n), eene ziekte aan de oogen.