GODSGAVE, v. (-n), geschenk van God;
...GEBOD, o. (-en), inzetting van God;
...GEBOUW, o. (-en), tempel, kerk: godshuis, liefdadigheidsgesticht;
— (fig.) de Kerk van Christus;
...GEMEENSCHAP, v. vertrouwelijke omgang met God;
...GEMEENTE, v. (-n), gemeenschap van geloovigen, christengemeente.