Definities van Groot woordenboek der Nederlandsche taal in de Ensie V
- VERHOOR
- VERHOORBANKJE
- VERHOORDER
- VERHOOREN
- VERHOOVAARDIGEN
- VERHOPEN
- VERHOUDEN
- VERHOUDING
- VERHOUDINGSLEER
- VERHOUTEN
- VERHUISBILJET
- VERHUISBOEL
- VERHUIZEN
- VERHUIZER
- VERHUREN
- VERHUTSELEN
- VERHUURDER
- VERHUURKANTOOR
- VERHYPOTHEKEEREN
- VERIFICATEUR
- VERIFICATIE
- VERIFIEEREN
- VERIJDELEN
- VERIJDELTUITEN
- VERINDISCHEN
- VERINLANDSCHEN
- VERINNERLIJKEN
- VERINTERESTEN
- VERJAARD
- VERJAARDAG
- VERJAGEN
- VERJAGER
- VERJAREN
- VERJARINGSFEEST
- VERJONGEN
- VERJONGINGSBRON
- VERJUS
- VERKAARDEN
- VERKAARTEN
- VERKAATSEN
- VERKABBELEN
- VERKAKELEN
- VERKALFATEREN
- VERKALKEN
- VERKALLEN
- VERKANKEREN
- VERKANTING
- VERKAPPEN
- VERKAPT
- VERKARNEN
- VERKASSEN
- VERKATTEN
- VERKAVELEN
- VERKAZEN
- VERKEER
- VERKEERBORD
- VERKEERD
- VERKEEREN
- VERKEERSMIDDEL
- VERKEERSPEL
- VERKEERSWEG
- VERKEERTJE
- VERKEGELEN
- VERKENBAAR
- VERKENNEN
- VERKENNER
- VERKENNING
- VERKENNINGSDIENST
- VERKENNINGSMERK
- VERKENPAAL
- VERKEPEN
- VERKERVEN
- VERKETTEREN
- VERKEUREN
- VERKEUVELEN
- VERKIESBAAR
- VERKIESLIJK
- VERKIEZEN
- VERKIEZINGSAGENT
- VERKIJKEN
- VERKIKKERD
- VERKILLEND
- VERKITSEL
- VERKLAARBAAR
- VERKLAARDER
- VERKLADDEN
- VERKLAGEN
- VERKLAGER
- VERKLAMPEN
- VERKLANKEN
- VERKLAPPEN
- VERKLAPPER
- VERKLAREN
- VERKLAREND
- VERKLEEDEN
- VERKLEEDPARTIJ
- VERKLEEFD
- VERKLEINAAP
- VERKLEINBAAR
- VERKLEINEN