Definities van Groot woordenboek der Nederlandsche taal in de Ensie S
- Stopsteek
- Stopster
- Stopstuk
- Stopzetten
- Stopzijde
- Storax
- Store
- Storeloos
- Storen
- Storend
- Stork
- Storm
- Stormachtig
- Stormbaan
- Stormeb
- Stormegge
- Stormen
- Stormenderhand
- Stormfok
- Stormig
- Stormjagen
- Stormjager
- Stormkat
- Stormlat
- Stormlijn
- Stormloopen
- Stormlooper
- Stormrijp
- Stormschade
- Stormveld
- Stormvogel
- Stormvoorspelling
- Stormvrij
- Stormweder
- Stormzak
- Storneeren
- Storno
- Stort
- Stortbaas
- Stortebed
- Storten
- Stortgat
- Storthing
- Storting
- Stortingsstaat
- Stortkar
- Stortregenen
- Stortsteén
- Stortvloed
- Stotteraar
- Stotterbaard
- Stotteren
- Stout
- Stouterd
- Stouterik
- Stouthartig
- Stoutigheid
- Stoutmoedig
- Stoutweg
- Stouwen
- Stouwer
- Stouwsluis
- Stoven
- Stovend
- Stovengeld
- Stovia
- Straal
- Straalader
- Straalbrekend
- Straalbreking
- Straalsgewijze
- Straalvormig
- Straalwormen
- Straam
- Straat
- Straatarbeider
- Straatarm
- Straatbengel
- Straathamer
- Straatpikker
- Straatpubliek
- Straatroof
- Straattaal
- Stradivarius
- Straf
- Strafbaar
- Strafbaarstelling
- Straffe
- Straffelijk
- Straffeloos
- Straffen
- Straffer
- Strafgericht
- Strafopleggend
- Strafplaats
- Strafpunt
- Strafrecht
- Strafruimte
- Strafschavot
- Strafschop
