Definities van Groot woordenboek der Nederlandsche taal in de Ensie S
- Stellig
- Stelling
- Stellionaat
- Steloefening
- Stelpen
- Stelplank
- Stelpnet
- Stelregel
- Stelsel
- Stelselloos
- Stelselmatig
- Stelselzucht
- Stelt
- Steltenlooper
- Stelthoef
- Stelwig
- Stem
- Stembaar
- Stemband
- Stembiljet
- Stembureau
- Stembus
- Stemdag
- Stemdraad
- Stemgerechtigd
- Stemgerechtigde
- Stemgever
- Stemhebbend
- Stemhoren
- Stemloos
- Stemmachine
- Stemmen
- Stemmencijfer
- Stemmer
- Stemmig
- Stemmigjes
- Stemming
- Stemmingsbeeld
- Stemmoeder
- Stempel
- Stempelaar
- Stempelbalk
- Stempelband
- Stempelgereedschap
- Stempijp
- Stemplek
- Stemplicht
- Stemrecht
- Stemregister
- Stemvee
- Stemverheffing
- Stemvoering
- Stemvork
- Stemvorming
- Stemwerktuig
- Stenden
- Stenen
- Steng
- Stengel
- Stengelblad
- Stengelomvattend
- Stengepardoen
- Stenochromie
- Stenograaf
- Stenogram
- Stenographeeren
- Stenographie
- Stenographisch
- Stenotelegraphie
- Stenotypist
- Stentor
- Steppe
- Steppeachtig
- Steppelandschap
- Steppenbewoner
- Ster
- Ster verband
- Steranijs
- Sterblind
- Stère
- Stereochemie
- Stereochromie
- Stereographie
- Stereometer
- Stereometrie
- Stereoscoop
- Stereoscopie
- Stereotiep
- Stereotiepdruk
- Stereotiepen
- Stereotiepplaat
- Stereotypeeren
- Stereotypie
- Sterfbed
- Sterfelijk
- Sterfgeval
- Sterfte
- Sterftecijfer
- Sterftijd
- Stergewelf