DOORVLECHTEN, (vlocht door, heeft doorgevlochten), voortgaan met vlechten; vlechtend door iets heen brengen;
—, (doorvlocht, heeft doorvlochten), dooreenvlechtcn met... zijn haar was met rozen doorvlochten;
— (gew.) goed doorvlochten vleesch, met vet doorgroeid.
DOORVLECHTING, v. (-en).