CULMINATIE, v. (-s), (sterrenk.) grootste hoogte, doorgang van een hemellichaam door den meridaan , eener plaats;
— onderste culminatie, de culminatie onder den horizont;
—PUNT, o. (-en), punt in den meridiaan, waar het hemellichaam door dezen gaat; (fig.) hoogste standpunt, keerpunt van macht, aanzien, roem enz. onder Augustus had het Romeinsche rijk zijn culminatiepunt bereikt.