BEKRUISEN, (bekruiste, heeft bekruist), (krijgsw.) bestrijken, onder het bereik hebben;
— heen en weer varen, ergens kruisen de Dolfijn bekruist nu ook dit gebied (waar twisten tusschen Engelsche en Hollandsche vissehers telkens plaats hadden), om politietoezicht te houden;
— zich bekruisen (R.-K.), het teeken van het kruis maken.