Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Zoïlus

betekenis & definitie

Gr. Zoi'los, Gr. sophist en rhetor (285—247), scherp beoordelaar van de gedichten van Homerus, vandaar dat hij wel Homeromas'tix, „Gesel van Homerus”, heet en zijn naam fig. gebruikt wordt ter aanduiding van een kleingeestig en vitterig beoordelaar.

< >