(wiemelde, heeft gewriemeld),
1. zich min of meer wingend in allerlei richtingen bewegen zonder zich voel te verplaatsen, krielen, krioelen: door elkaar wriemelende wormen, ledematen-, — met subjectsverwisseling : de zee wriemelt van allerlei schepsels, is er vol van ;
2.het gevoel geven van iets dat zich beweegt als onder 1., jeuken, kittelen : er wriemelt iets op mijn rug ;
3. (iets) met moeite ergens (in) brengen, peuteren.