v. (-en),
1. het woelen; — kolking: de woeling van het water; — fig.: de kust, waar aller zorgen woeling rust (Staring);
2. (mv.) onlusten, beroerten in een land;
3. het omwoelen, omkleding met windingen van touw of draad, en deze omkleding zelf;
4.touwverbinding die met een woelhout wordt of is aangedraaid.