Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Witgepleisterd

betekenis & definitie

bn., met kalk, pleister of gips bestreken: witgepleisterde huizen; vooral bekend in de volg. bijbelplaats: wee u, gij schriftgeleerden en Farizeeën, gij geveinsden! want gij zijt den witgepleisterden graven gelijk, die van buiten wel schoon schijnen, maar van binnen zijn zij vol doodsbeenderen en alle onreinigheid (Matth. 23 : 27).

< >