(wiggelde, heeft gewiggeld), (niet alg.) 1. wankelen, onvast staan, heen en weder schudden : gezeten van achter (achter op het paard) klemt hij zich wel vast aan den wiggelenden klerrek (Alb. Thijm); — 2. wrikken, heen en weer bewegen: aan een deur wiggelen (om haar geopend te krijgen); wiggelen met de vinger (aan een losse tand) (Beets).
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk