(wiebelde, heeft gewiebeld),
1. onvast staan, heen en weer bewegen, wankelen : de tafel staat te wiebelen;
2. op zijn stoel heen en weer zwaaien : kind-, zit niet zo te wiebelen, zit stil.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: