Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Westers

betekenis & definitie

bn.,

1. van of als in, uit het Westen : de Westerse Kerk (tgov. de Oosterse of Griekse Kerk); hei Westerse Romeinse rijk ;
2. (in ’t bijz.) van Wes-tEuropa, van, als van de bewoners van W.-Europa: de Westerse beschaving ; Westers weten en Oosterse wijsheid ; — als een Westerling; Westers gekleed gaan.

< >