v. (-en),
1. heiblok ;
2. toestel om te heien, waarmee men een zwaar blok naar boven hijst en daarna laat neervallen op een paal die in de grond geslagen moet worden ; Hollandse hei, trekhei met stelling van losse palen; vgl. hand-, trek-, klink-, stoomhei; — onder de hei werken, bij een heiploeg;
3. stamper der straatmakers ; — aan de hei werken, (fig.) zware arbeid verrichten ; — ook de stamper in een oliemolen.